Skip to main content
NKV Leiden

NKV Leiden

By NKV Leiden

Welkom op het podcastplatform van de afdeling Leiden van het Nederlands Klassiek Verbond! Ons eerste seizoen, 'Van Cobet tot Waszink: De klassieken in Leiden, 1850-1950' dat voor ons werd gemaakt door dr. Bram van der Velden, staat momenteel online.
Currently playing episode

Waszink (Van Cobet tot Waszink, deel XIV)

NKV LeidenOct 06, 2020

00:00
20:46
Waszink (Van Cobet tot Waszink, deel XIV)

Waszink (Van Cobet tot Waszink, deel XIV)

In deze laatste aflevering van ‘Van Cobet tot Waszink’ gaat Bram in op het fenomeen Waszink. Deze geniale opvolger van Muller maakte tijdens de oorlog een zware tijd mee. Dit kwam ook naar voren in zijn inaugurele rede uit 1945, die de hoopvolle en toepasselijke titel ‘Humanitas’ droeg. Waszink was een wetenschappelijke uitblinker die niet alleen veel internationale lof verwierf, maar ook Europese classici na de oorlog wist te verbinden. Ook onder zijn eigen studenten was hij razend populair: van heinde en verre kwam men naar Leiden om zijn vrijdagmiddagcolleges bij te wonen, waarvan de onderwerpen – heel modern – na inspraak van de studenten door Waszink werden vastgesteld. Zoals de latere hoogleraar klassieke archeologie F.L. Bastet het formuleerde: ‘Het was een voorrecht om onder de grote latinist J.H. Waszink te mogen studeren.’


Deze podcast is het veertiende en laatste deel van de reeks "Van Cobet tot Waszink. De klassieken in Leiden, 1850-1950" waarin Bram van der Velden ons over de geschiedenis van het vakgebied der klassieke talen in Leiden vertelt.

Bram van der Velden is postdoctoraal onderzoeker aan de universiteit Leiden. Hij promoveerde in Cambridge op een proefschrift over Ancient Approaches to Ambiguity in Literature en publiceerde recentelijk artikelen over de geschiedenis van het vakgebied in o.m. Lampas.


Verantwoording:

Ik ontvang graag opmerkingen, commentaar en dergelijke op a.j.l.van.der.velden@hum.leidenuniv.nl

De anekdote over Waszink komt uit F.L. Bastet, De grote wandeling (Schoorl, 2005). Dank aan dr. Jan Spoelder die me op dit boek attent maakte. 

Waszinks lezing over Augustinus is hier te vinden: https://www.vpro.nl/speel~POMS_VPRO_606576~aurelius-augustinus-het-evenement~.html


Een van de gedichten “de arte poetica” uit de almanak is het volgende:

’t Is een gerechtheid des allerhoogsten gods

Gelijk men in het boek geschreven vindt der boeken

Wie wind zaait op de klei, oogst storm op barre rots

Wie ’t lijf verliest behoeft geen leeftocht meer te zoeken


Dat is in de lente waar. Ik ken een grote jongen, 

Die naast Miss Holland woont. Ze weet niet dat hij leeft

Noch dat hij haar in De Gemeenschap heeft bezongen

En in de Vrije Bladen haar beschreven heeft


Dit is misschien niet waar, ik mag toch fantaseeren?

’T Is maar een oefenspel, ‘op ’t oude speeltuig”, op

de Alexandrijn van Vondel, die het ook moest leren

En al oefenende steeg tot des Parnassus top.


Ook Hooft kon het, en Focq, de grootse van hun alleen,

W.G. van Focqaenbroch, die niemand overtrof

Waar ’t gold in ’t bruiloftslied te dartlen en te mallen

Al is het dan ook plat, onsmakelijk en grof. 


Maar goed, ‘k bezing de bard, al doe ik het met onzin, 

Die in de lente zag, dat Nijhoff waarheid sprak,

Hoed me voor elk slecht rijm, en anakolouthonzin,

Dan krijgt men in de lent ’t gemiddeldst corpslid mak. 


Het eerst wat Nijhoff zeit voelde hij aan den lijve; 

De firmaas, wier producten hij gebezigd had

In hyperbolen om haar schoonheid te beschrijven,

Klaagden hem aan omdat hij ze beledigd had. 


Het tweede deel aldus. Hij kreeg een grote boete,

Die hem geel geld meer liet. Hij wist niet hoe of waar

En maakte zich van kant. ’T Was willen min dan moeten,

Zo werd de hele spreuk van Mr. Nijhoff waar.

Oct 06, 202020:46
Van Groningen en de gijzelaars van Gestel (Van Cobet tot Waszink, deel XIII)

Van Groningen en de gijzelaars van Gestel (Van Cobet tot Waszink, deel XIII)

B.A. van Groningen, hoogleraar Grieks van 1928 tot 1963, was een tegenpool van F. Muller Jzn.: hij behoorde tot de 'raddraaiers' van het anti-Duitse verzet aan de Leidse universiteit en werd als zodanig met vele Nederlandse intellectuelen opgesloten in Kamp Sint-Michielsgestel. Onder de classici in het kamp bevonden zich ook M.A. Schwartz, Onno Damsté en Cees Spoelder -- de vier classici stonden al eerder met elkaar in contact (de classiciwereld was immers klein...) en de klassieke talen werden door hen ook in het kamp beoefend. In deze aflevering neemt Bram ons mee langs een aantal mooie verhalen die met de klassieke gijzelaars van Gestel verbonden zijn.


Deze podcast is het dertiende deel van de reeks "Van Cobet tot Waszink. De klassieken in Leiden, 1850-1950" waarin Bram van der Velden ons over de geschiedenis van het vakgebied der klassieke talen in Leiden vertelt.

Bram van der Velden is postdoctoraal onderzoeker aan de universiteit Leiden. Hij promoveerde in Cambridge op een proefschrift over Ancient Approaches to Ambiguity in Literature en publiceerde recentelijk artikelen over de geschiedenis van het vakgebied in o.m. Lampas.


Verantwoording:

Over het kamp in Sint-Michielsgestel is veel geschreven, maar ook een interessante Andere Tijden-aflevering gemaakt, hier te vinden: https://www.anderetijden.nl/aflevering/546/Sint-Michielsgestel

De Spark-lezingen zijn te vinden in The Spark papers, inhoudende de redevoeringen uitgesproken bij de Willem Spark-herdenking in "Beekvliet", Sint Michielsgestel, op 24 Juni 1943 (Den Haag, 1945).

Zoals gezegd is veel van deze aflevering gebaseerd op W. Otterspeer, Het Horzelnest. De Leidse universiteit in oorlogstijd (Amsterdam, 2019).

Sep 29, 202017:48
Het raadsel Muller (Van Cobet tot Waszink, deel XII)

Het raadsel Muller (Van Cobet tot Waszink, deel XII)

F. Muller Jzn. had er al een stormachtige carrière op zitten toen hij in 1921 hoogleraar werd in Leiden. Muller was in alle opzichten de tegenpool van Hartman: Muller zette de deur open voor de nieuwe, Duitse inzichten uit de ‘Altertumswissenschaften’ en de taalkunde, en daarmee was hij een vertegenwoordiger van de modernere stroming in de klassieken. Maar Muller drijft door in zijn germanofilie naarmate de oorlog nadert. Terwijl zijn collega’s in opstand komen tegen de nationaalsocialistische invloeden op de universiteit, wordt Muller lid van de Kultuurraad en pleit hij in zijn rectorale rede voor ‘eenheid’. Maar aan het eind van de oorlog overlijdt Muller, en over zijn laatste jaren tastten we in het duister – totdat een aantal Leidse NKV’ers er onderzoek naar deed…


Deze podcast is het elfde deel van de reeks "Van Cobet tot Waszink. De klassieken in Leiden, 1850-1950" waarin Bram van der Velden ons over de geschiedenis van het vakgebied der klassieke talen in Leiden vertelt.

Bram van der Velden is postdoctoraal onderzoeker aan de universiteit Leiden. Hij promoveerde in Cambridge op een proefschrift over Ancient Approaches to Ambiguity in Literature en publiceerde recentelijk artikelen over de geschiedenis van het vakgebied in o.m. Lampas.


Verantwoording:

Het citaat van Waszink komt uit zijn artikel over Muller in het Biografisch Woordenboek van Nederland: http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn1/mullerjzn

Het boek met professorenanekdotes is J. Dubelaar en A. Erftemeijer, 'Hier pleeg ik een grap te vertellen. Professorenanekdotes' (Baarn, 1986)

De brief is te vinden in het Academisch Historisch Museum, Dossier documentatie van de universiteit tijdens de bezetting, 1940-1945. AHM 236 AD nr. 65.

Het genoemde boek van Otterspeer is W. Otterspeer, Het Horzelnest. De Leidse universiteit in oorlogstijd (Amsterdam, 2019).

Sep 22, 202024:39
De lesstof (Van Cobet tot Waszink, XI)

De lesstof (Van Cobet tot Waszink, XI)

Wat leerde men zoal op het gymnasium? Op slechtere scholen kwam men maar tot en met Xenophon, Caesar en Ovidius, maar op de betere scholen kwam er een breed scala aan auteurs langs, waarvan ook oude boekenlijsten van het Stedelijk Gymnasium Leiden getuigen. Naast vertalen besteedde men aandacht aan de zogeheten Themata, het vertalen van Nederlandse teksten naar het Latijn.  De cultuur, oude geschiedenis en taalwetenschap zijn ondergeschoven kindjes, maar vanaf 1916 van tijd komt daar officieel verandering in – waarbij Xenophon het onderspit delft…


Deze podcast is het elfde deel van de reeks "Van Cobet tot Waszink. De klassieken in Leiden, 1850-1950" waarin Bram van der Velden ons over de geschiedenis van het vakgebied der klassieke talen in Leiden vertelt.

Bram van der Velden is postdoctoraal onderzoeker aan de universiteit Leiden. Hij promoveerde in Cambridge op een proefschrift over Ancient Approaches to Ambiguity in Literature en publiceerde recentelijk artikelen over de geschiedenis van het vakgebied in o.m. Lampas.


Verantwoording:

Meer over het verdwijnen van de Latijnse thema is te vinden in J. Spoelder, The decline of Latin as the academic language at Dutch universities and its consequences for education in Latin,  in: C. Bertiau en D. Sacré (eds.),  Le latin et la littérature néo-latine au xixe siècle : Pratiques et représentations, 35-57.

Meer over het Leids gymnasium staat in (met dank aan Hubert Mooiman en Siward Tacoma voor deze bron) in A.M. Coebergh van den Braak, Meer dan zes eeuwen Leids Gymnasium (2e editie, Leiden, 1997)

Müller over het Leids gymnasium is te vinden op https://archive.org/details/bub_gb_PwouAAAAMAAJ_2/page/n249/mode/2up.

Sep 15, 202014:22
Een eeuw gymnasiaal debat (Van Cobet tot Waszink, deel X)

Een eeuw gymnasiaal debat (Van Cobet tot Waszink, deel X)

In deze aflevering gaat Bram dieper in op de geschiedenis van het gymnasium, en die begint in de Franse tijd. In deze periode wordt de Latijnse school aan allerlei regels onderhevig, en die regels zouden in de loop van de 19de eeuw nog vele malen veranderen. Ook in de 19de eeuw kende het gymnasium ups en downs, zo steeg het aantal gymnasiumleerlingen in de jaren 1860 niet mee met het inwoneraantal van Nederland. Waar heeft het gymnasium zijn huidige populariteit dan aan te danken?

Deze podcast is het tiende deel van de reeks "Van Cobet tot Waszink. De klassieken in Leiden, 1850-1950" waarin Bram van der Velden ons over de geschiedenis van het vakgebied der klassieke talen in Leiden vertelt.

Bram van der Velden is postdoctoraal onderzoeker aan de universiteit Leiden. Hij promoveerde in Cambridge op een proefschrift over Ancient Approaches to Ambiguity in Literature en publiceerde recentelijk artikelen over de geschiedenis van het vakgebied in o.m. Lampas.

Verantwoording:

Veel uit dit hoofdstuk is gebaseerd op W.E. Krul, ‘De Nederlandse gymnasia in de negentiende eeuw’, in M.A. Wes (ed.), Van Parthenon tot Maagdenhuis: moet het gymnasium blijven? (Amsterdam, 1986).

Een belangrijk overzichtswerk is H.W. Fortgens, Schola Latina (Zwolle, 1958).

Sep 08, 202023:31
Van studie naar school (Van Cobet tot Waszink, deel IX)

Van studie naar school (Van Cobet tot Waszink, deel IX)

De populariteit van het gymnasium fluctueerde nogal, en daarmee de kansen op werk voor de classici. Het werk op een school lag echter vroeger, net als nu, voor de hand, en de pedagogiek won geleidelijk aan belang (uiteraard tot afkeer van J.J. Hartman). In deze podcast nemen we een kijkje in de keuken van het gymnasium, de belangrijkste werkgever voor classici.

Deze podcast is het negende deel van de reeks "Van Cobet tot Waszink. De klassieken in Leiden, 1850-1950" waarin Bram van der Velden ons over de geschiedenis van het vakgebied der klassieke talen in Leiden vertelt.

Bram van der Velden is postdoctoraal onderzoeker aan de universiteit Leiden. Hij promoveerde in Cambridge op een proefschrift over Ancient Approaches to Ambiguity in Literature en publiceerde recentelijk artikelen over de geschiedenis van het vakgebied in o.m. Lampas.

Verantwoording: 

Meer, onder andere over de Amsterdamse brochure, is te vinden in W.E Krul, ‘De Nederlandse gymnasia in de negentiende eeuw’, in M.A. Wes (ed.), Van Parthenon tot Maagdenhuis: moet het gymnasium blijven? (Amsterdam, 1986)

Van Riel gaat in op zijn jaar klassieken in Leiden in J. van Tijn, Mr. H. van Riel in gesprek met Joop van Tijn, (Amsterdam, 1970).

De correspondentie van Onno Damsté met de rectoren is te vinden in het Nationaal Archief, Den Haag, Collectie 586 O. Damsté en P.J. Damsté-Wind, nummer toegang 2.21.294.

Sep 01, 202016:11
Disputen en tentamens (Van Cobet tot Waszink, deel VIII)

Disputen en tentamens (Van Cobet tot Waszink, deel VIII)

Aanvankelijk is het bij de opleiding klassieken één en al tekstkritiek wat de klok slaat. Het is dan ook tekenend dat Caspar Reuvens, van 1818 tot 1835 de eerste hoogleraar archeologie ter wereld, vele decennia lang geen opvolger krijgt. Langzaamaan sijpelen de oude geschiedenis en de materiële cultuur het programma binnen, niet in de laatste plaats dankzij de disputen, die het de studenten mogelijk maakten onderwerpen te behandelen die buiten de gebaande paden vielen (zoals de al eerder genoemde Altertumswissenschaften). Bovendien vormden de dispuutsvergaderingen een welkome gelegenheid om niet onder de priemende ogen van de docent het vak te beoefenen...


Deze podcast is het achtste deel van de reeks "Van Cobet tot Waszink. De klassieken in Leiden, 1850-1950" waarin Bram van der Velden ons over de geschiedenis van het vakgebied der klassieke talen in Leiden vertelt.

Bram van der Velden is postdoctoraal onderzoeker aan de universiteit Leiden. Hij promoveerde in Cambridge op een proefschrift over Ancient Approaches to Ambiguity in Literature en publiceerde recentelijk artikelen over de geschiedenis van het vakgebied in o.m. Lampas.

Aug 24, 202015:22
Teunis zat op een kurk (Van Cobet tot Waszink, VII)

Teunis zat op een kurk (Van Cobet tot Waszink, VII)

Hoe beleefden de studenten klassieke talen hun studie in de periode tussen 1850 en 1950? Aanvankelijk was studeren een elitaire bezigheid: gymnasia en universiteiten waren duur. Een loophole in het systeem is echter het toelatingsexamen van de universiteit: ook zonder het afronden van je gymnasiumopleiding kun je deze niet al te lastige toets doen. Aanvankelijk moeten alle studenten in hun eerste jaar bovendien college volgen op alle faculteiten, voordat ze zich kunnen specialiseren in een vakgebied. Maar in deze specialisatie valt het studeren soms tegen: de al eerder genoemde Beck streeft rond 1900 onderwijsvernieuwingen na, die de didactiek van de niet altijd even didactisch vaardige hoogleraren moet verbeteren...


Deze podcast is het vijfde deel van de reeks "Van Cobet tot Waszink. De klassieken in Leiden, 1850-1950" waarin Bram van der Velden ons over de geschiedenis van het vakgebied der klassieke talen in Leiden vertelt.

Bram van der Velden is postdoctoraal onderzoeker aan de universiteit Leiden. Hij promoveerde in Cambridge op een proefschrift over Ancient Approaches to Ambiguity in Literature en publiceerde recentelijk artikelen over de geschiedenis van het vakgebied in o.m. Lampas.


Zie voor deze podcast: 

J.E. Spruit, "De feestbundel voor Jean Charles Naber: reconstructie van een bevlogen huldigingspoging", in: Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis 62 (1994), 367-382.

Ae.W. Timmerman, Leo en Gerda (Den Haag, 1911). 

Ae.W. Timmerman, Tim’s herinneringen (Amsterdam, 1938).

Aug 17, 202020:46
Benoemingen (Van Cobet tot Waszink, VI)

Benoemingen (Van Cobet tot Waszink, VI)

Stel je voor: de hoogleraar Grieks gaat met emeritaat, hoe zoek je dan anno 1900 - een tijd zonder aio's, UD's en UHD's - een nieuwe? Wat dit betreft lijden we aan bronnenschaarste, maar één opvallend document uit de nalatenschap van de familie Damsté vertelt een paar pikante verhalen uit het alledaagse leven van de 19de-eeuwse hoogleraren.


Deze podcast is het vijfde deel van de reeks "Van Cobet tot Waszink. De klassieken in Leiden, 1850-1950" waarin Bram van der Velden ons over de geschiedenis van het vakgebied der klassieke talen in Leiden vertelt.

Bram van der Velden is postdoctoraal onderzoeker aan de universiteit Leiden. Hij promoveerde in Cambridge op een proefschrift over Ancient Approaches to Ambiguity in Literature en publiceerde recentelijk artikelen over de geschiedenis van het vakgebied in o.m. Lampas.


De “Herinneringen en belevenissen van P.H. Damsté” zijn te vinden in het archief van Henri Titus Damsté: Universiteitsbibliotheek Leiden, collectie Damsté, D H 1084-81.

De brief van een oud-leerling van Leopold is te vinden in “Jalink, J.M. 1963. J. H. Leopold, bijdrage tot een levensbeschrijving, Amsterdam.”. Ik heb ‘m ook geciteerd in ‘De latinisten Leopold, Leopold, Leopold en Leopold’, Lampas 52.4 (2019), pp. 485-504, waarin ook meer over het academische leven van deze tijd te vinden is.

Met dank aan prof. dr. Klaas Worp en dr. Harm-Jan van Dam voor individuele details.

Aug 09, 202020:39
De buitenlanders (Van Cobet tot Waszink, deel V)

De buitenlanders (Van Cobet tot Waszink, deel V)

‘Geen wetenschap voor de wetenschap, maar voor je eigen levensgeluk’, zo doet J.J. Hartman de rond 1900 ontstane Altertumswissenschaften af. De Nederlandse wetenschappers zien de nieuwe methodes van de oudheidwetenschappen en tekstkritiek niet zitten. Classici als Cobet en Hartman staan nauwelijks in contact met buitenlandse wetenschappers en houden er toch vooral hun eigen methoden op na. Maar waarom bewonderen de grote buitenlandse classici als Housman en Madvig de eigenheid van de ‘Nederlandse filologie’ toch zo? En wat is precies de eigenheid van die ‘Nederlandse filologie’?


Deze podcast is het vijfde deel van de reeks "Van Cobet tot Waszink. De klassieken in Leiden, 1850-1950" waarin Bram van der Velden ons over de geschiedenis van het vakgebied der klassieke talen in Leiden vertelt.


Bram van der Velden is postdoctoraal onderzoeker aan de universiteit Leiden. Hij promoveerde in Cambridge op een proefschrift over Ancient Approaches to Ambiguity in Literature en publiceerde recentelijk artikelen over de geschiedenis van het vakgebied in o.m. Lampas.


Zie voor de ontmoeting van Madvig en Cobet:

B.A. van Proosdij (1954), "Two Thunder-clouds, Closing in Conflict": The Meeting of Madvig and Cobet at the Tercetenary of Leyden University and Its Historical Background, Leiden.

De briefwisseling tussen Kuiper sr. en jr. is hier gepubliceerd:

J.M. Bremer en W.M. Calder (1994), ‘Prussia and Holland: Wilamowitz and Two Kuipers’, Mnemosyne 47: 177-216.


Aug 03, 202015:24
Vrouwen (Van Cobet tot Waszink, deel IV)
Jul 26, 202016:32
De Nieuwe Tijd (Van Cobet tot Waszink, deel III)

De Nieuwe Tijd (Van Cobet tot Waszink, deel III)

Terwijl de nobelprijswinnaars Kamerlingh Onnes, Zeeman en Lorentz baanbrekende ontdekkingen doen aan de bètafaculteit fulmineren er nogal wat alfa-academici tegen 'De Nieuwe Tijd'. Eén van hun voormannen was prof. dr. J.J. Hartman, hoogleraar Latijn, die met ambtsgenoten als P.H. Damsté de fiets en het elektrisch licht belachelijk maakte in (overigens prijswinnende) gedichten. Maar achter deze wat kinderachtig ogende stellingmakerij gaat een grotere maatschappelijke verandering schuil...


Deze podcast is het tweede deel van de reeks "Van Cobet tot Waszink. De klassieken in Leiden, 1850-1950" waarin Bram van der Velden ons over de geschiedenis van het vakgebied der klassieke talen in Leiden vertelt.


Bram van der Velden is postdoctoraal onderzoeker aan de universiteit Leiden. Hij promoveerde in Cambridge op een proefschrift over Ancient Approaches to Ambiguity in Literature en publiceerde recentelijk artikelen over de geschiedenis van het vakgebied in o.m. Lampas.

Jul 20, 202011:58
Het woelige leven van Botto Wiglius Schultetus Aeneae (Van Cobet tot Waszink, deel II)

Het woelige leven van Botto Wiglius Schultetus Aeneae (Van Cobet tot Waszink, deel II)

Van de wereldberoemde Carel Gabriel Cobet wenden we nu onze blik naar de geheel vergeten Botto Wiglius Schultetus Aeneae, een Friese medicus met klassieke pretenties. Bij zijn promotie in de medicijnen baarde Schultetus Aeneae opzien -- niet alleen door zijn stellingen (die voor een deel betrekking hadden op totaal buiten zijn eigen vakgebied liggende zaken), maar ook door het venijnige staartje dat deze promotie kreeg...

Deze podcast is het tweede deel van de reeks "Van Cobet tot Waszink. De klassieken in Leiden, 1850-1950" waarin Bram van der Velden ons over de geschiedenis van het vakgebied der klassieke talen in Leiden vertelt.

Bram van der Velden is postdoctoraal onderzoeker aan de universiteit Leiden. Hij promoveerde in Cambridge op een proefschrift over Ancient Approaches to Ambiguity in Literature en publiceerde recentelijk artikelen over de geschiedenis van het vakgebied in o.m. Lampas.


Verantwoording:

Voor deze blog heb ik onder andere gebruik gemaakt van ‘het Noordwijk blog’ (https://hetnoordwijkblog.com/2016/02/12/blog7250-botto-wiglius-schultetus-aenaea-1844/) en de blog ‘Noordwijkse huizen’ (http://noordwijksevillas.blogspot.com/2012/09/een-ridder-van-de-droevige-figuur.html)

Het proefschrift van Botto Wiglius Schultetus Aeneae is hier te vinden: https://books.google.nl/books/about/Rufi_Ephesii_synopsis_peri_sphygmon.html?id=S_5awAEACAAJ&redir_esc=y

“De Leidsche senaatskamer ontwijd” is hier in zijn geheel te vinden: https://books.google.nl/books?id=UoRWAAAAcAAJ

“Een ridder van de droevige figuur” is hier in fragmenten te vinden: https://books.google.nl/books?id=2TfZeASNu1UC


Jul 13, 202015:34
De trein naar Leiden (Van Cobet tot Waszink, deel I)

De trein naar Leiden (Van Cobet tot Waszink, deel I)

De naam van Carel Gabriel Cobet valt al snel in een geschiedenis van de studie der klassieken in Nederland. Cobet maakte school, maar zijn aanpak werd niet door iedereen gewaardeerd. Dr. Bram van der Velden neemt ons mee naar het Nederland van de 19de eeuw om te kijken naar kritiek op Cobets misschien wat al te radicale tekstkritische methoden...

Deze podcast is het eerste deel van de reeks "Van Cobet tot Waszink. De klassieken in Leiden, 1850-1950" waarin Bram van der Velden ons over de geschiedenis van het vakgebied der klassieke talen in Leiden vertelt.

Bram van der Velden is postdoctoraal onderzoeker aan de universiteit Leiden. Hij promoveerde in Cambridge op een proefschrift over Ancient Approaches to Ambiguity in Literature en publiceerde recentelijk artikelen over de geschiedenis van het vakgebied in o.m. Lampas.

Jul 06, 202011:51