SPOT Groningen - Discover the Classics
By SPOT Groningen
SPOT Groningen - Discover the ClassicsApr 19, 2022
SPOT Klassiek Discover the Classics - Tweede helft 20ste eeuw
Amerika wordt in de jaren 30 een toevluchtsoord voor componisten die zich niet meer veilig voelen in het Europa van de nazi’s. Muziekstijlen vermengen zich; jazz, a-tonale muziek, electronica, maar ook muziek die gecomponeerd is onder invloed van Oosterse filosofieën. Alles is mogelijk, van complete stilte van John Cage tot de kakofonie van Stockhausen met zijn helicopterkwartet. Is er nog klassieke muziek vandaag? Het is een spannende tijd waarin de grenzen nauwelijks meer zijn te onderscheiden.
Luister naar muziek van Ives, Varèse, Gerswhin, Smit, Messiaen, Stockhausen, Reich, Glass, Cage, Ten Holt, Pärt, Jacob TV, Tsoupaki, Ish-Hurwitz en Einaudi.
SPOT Klassiek Discover the Classics - Begin 20ste eeuw
In de 20e eeuw is er een ommekeer in componeren, mede door de komst van de bandrecorder, de grammofoon, de radio en natuurlijk de film. De jazz komt over uit Amerika. Componisten in alle landen onttrekken zich aan de Duitse invloeden van de Romantiek en de Franse componisten lopen daarbij voorop. De grote orkesten van Wagner, Bruckner en Richard Strauss zijn verleden tijd en men gaat op zoek naar nieuwe mogelijkheden. In deze aflevering hoor je hoe zij dat doen. In Frankrijk Fauré, Debussy, Ravel, Satie en leden van de Groupe des Six. In Wenen ontdekt Schönberg het 12 toonsysteem en zijn leerlingen Webern en Berg volgen hem. Hindemith, Eisler en Weill vinden weer andere oplossingen.
SPOT Klassiek Discover the Classics - Rusland
In deze aflevering luisteren we naar de Russische componisten vanaf de Romantiek tot en met de 20e eeuw, met als laatste Shostakovitsj. We beginnen met Glinka die nog leeft onder het bewind van de tsaren, evenals Tjaikovsky. Dan het Machtige Hoopje, met Moussorgsky, Rimsky-Korsakov, Borodin, Balakirev en Cesar Cui.
Met Rachmaninov zien we de eerste componist die zijn land verlaat na de Oktober Revolutie in 1917. Daarna Stravinsky, Prokofjev en Shostakovitsj.
Playlist: SPOT Klassiek / Discover the Classics - Rusland
open.spotify.com/playlist/5NOsOR0…309ed5031b204d01
Belangrijke muziektermen:
Vespers: avondgebeden uit de Katholieke kerk en de Russisch Orthodoxe kerk.
Koor a cappella: koor zonder begeleiding van een orkest.
Tarantella: van oorsprong een snelle Italiaanse dans
SPOT Klassiek Discover the Classics - Nationale Scholen
De periode van 1820 tot 1910 wordt gezien als de Romantiek. In deze aflevering gaan we kijken naar de Nationale Scholen die in de Romantiek ontstaan. We luisteren naar Smetana, Dvorak, Bartok, Sibelius, Grieg, Elgar, Van Anrooy, Albeniz, De Falla en Granados.
Playlist: SPOT Klassiek / Discover the Classics – Nationale Scholen
https://open.spotify.com/playlist/5QrS9pT…7e40df3752a341c5
Belangrijke muziektermen:
Symfonisch Gedicht: het is geen symfonie maar de muziek wordt wel door een orkest gespeeld. Deze muziekvorm wordt ook wel Programmamuziek genoemd. De componist vertelt een verhaal met zijn muziek, zonder woorden, alleen maar met klank en ritme.
Moduleren: veranderen van toonsoort binnen één stuk.
Onregelmatige maatsoorten: een opeenvolging van verschillende maatsoorten binnen één werk waardoor de accenten binnen een melodie verschuiven.
Pianola: is een piano met een speciaal mechaniek die ontstaat aan het eind van de 19e eeuw. In de piano wordt een papierrol met gaatjes afgespeeld en daardoor hoor je de muziek via de piano. Vergelijkbaar met de muziekrollen die draaiorgels gebruiken.
SPOT Klassiek Discover the Classics - Laat Romantiek
De periode van 1820 tot 1910 wordt gezien als de Romantiek en in deze aflevering kijken we naar de Laat Romantiek.
We luisteren naar werken van Berlioz, Liszt, Wagner, Bruckner, Mahler, Offenbach, Saint-Saëns, Verdi en Puccini.
Playlist: SPOT Klassiek / Discover the Classics – Laat Romantiek
open.spotify.com/playlist/7gkQXp0…eb83577119c84503
Belangrijke Muziektermen:
Programmamuziek: muziek die gebaseerd is op een verhaal, de natuur, of een fantasie, ook wel Symfonisch Gedicht genoemd.
Leidmotief: een thema dat gekoppeld is aan een bepaalde persoon in het verhaal en dat steeds terugkeert wanneer de persoon in beeld is.
Chromatiek: betekent dat een melodie wordt opgebouwd door alle halve toonsafstanden na elkaar te gebruiken.
Gesamtkunstwerk: is bedacht door Wagner en betekent muziektheater waarin toneel, muziek en tekst volledig samengaan.
SPOT Klassiek Discover the Classics - Vroeg Romantiek
De periode van 1820 tot 1910 wordt gezien als de Romantiek. In deze periode gebeurt zoveel dat we wel spreken van de Vroeg Romantiek en de Laat Romantiek. In deze aflevering kijken we naar de Vroeg Romantiek.
We luisteren naar muziek van Schubert, Mendelssohn, Chopin, Schumann, Clara Schumann, Brahms, Johan Strauss, Paganini en Bruch.
Playlist: SPOT Klassiek / Discover the Classics – Vroeg Romantiek
open.spotify.com/playlist/3rumcAS…4f0fcf8a7bf54453
Belangrijke muziektermen:
Harmonieën: worden gevormd door de akkoorden en begeleiding onder een melodie. Het zijn samenklanken die elkaar opvolgen volgens (vaststaande) schema’s De samenklank wordt gevormd door een akkoord. Een akkoord bestaat in de basis uit drie tonen met de laagste toon er weer bij in een hoger register, een zogenaamde drieklank. Een drieklank kan worden uitgebreid met meerdere tonen.
Orkestratie: de wijze waarop een componist zijn melodieën verdeeld over de verschillende instrumenten.
Syncope: een verschuiving van accenten in het ritme. Bij een syncope verschuift het accent naar een licht maatdeel.
Rubato: een vrije omgang het ritme en tempo. De speler houdt zich niet strak aan de maat maar versnelt en vertraagt als de melodie er om vraagt.
Nocturne: nachtstuk
Cadens: een solostuk binnen een soloconcert. Het orkest zwijgt en de solist improviseert of speelt de uitgeschreven cadens van de componist zelf.
SPOT Klassiek Discover the Classics - Klassiek 2: Kamermuziek en Koorwerken
We luisteren naar de Kamermuziek en Koorwerken van de drie grote componisten uit de Klassieke periode: Haydn, Mozart en Beethoven.
Het strijkkwartet, het pianotrio, en vrije vormen zoals het fluitkwartet en een Septet van Beethoven met zeven instrumenten. Daarna de opera en religieuze werken zoals de Schöpfung van Haydn, het Requiem van Mozart en de Missa Solemnis van Beethoven.
Playlist: SPOT Klassiek / Discover the Classics – Klassiek 2: Kamermuziek en Koormuziek
open.spotify.com/playlist/6htW4NK…5c01d77c54944287
Belangrijke muziektermen:
Strijkkwartet: wordt gevormd door twee violen, een altviool en een cello. De werken die voor deze bezetting worden geschreven hebben dezelfde naam: strijkkwartet.
Opus: opus staat voor de volgorde waarin de werken van de componist zijn gepubliceerd. Opus 1 is het eerste werk, opus 100 het honderdste.
Dissonanten en consonanten: dit zijn samenklanken. Dissonanten roepen spanning op en consonanten zorgen voor de ontspanning in de melodie. Er is in muziek een voortdurende afwisseling tussen dissonanten en consonanten.
Dynamiek aanwijzingen: het woord forte staat voor sterk (afgekort met de letter f) en het woord piano staat voor zacht (afgekort met de letter p). De Fortepiano, de voorloper van de huidige piano, heeft zijn naam hieraan te danken: je kan én sterk én zacht op dit instrument spelen.
Pizzicatospel: strijkers plukken aan de snaren in plaats van de snaren aan te strijken met een strijkstok.
Countertenor: een man die zingt met falset stem, ook wel kopstem genoemd.
Ouverture: het openingswerk bij een opera waarin de componist alvast thema’s laat horen die later aan bod komen
Recitatief: in de opera wordt het verhaal verteld in het recitatief. Recitatieven hoor je ook wel in passies of andere kerkmuziek waar een verhaal wordt verteld.
Requiem: is een mis voor iemand die is overleden Het kyrië is een deel van de mis en heeft de tekst ‘Heer ontferm U over mij’.
Missa Solemnis: is een feestelijke plechtige mis, die speciaal bedoeld is voor belangrijke dagen in de kerk.
SPOT Klassiek Discover the Classics - Klassiek 1: Sonate Symfonie en Soloconcert
Deze aflevering gaat over de periode van de Klassieken die duurt van 1750 tot 1820. Haydn, Mozart en Beethoven zijn de belangrijkste componisten in deze periode en we gaan luisteren hoe zij zijn omgegaan met de sonate, de symfonie en het soloconcert. Daarnaast hoor je werken van C.Ph.E Bach, een zoon van Bach, Christoph Willibald von Gluck en Johann Stamitz.
Playlist: SPOT Klassiek / Discover the Classics – Klassiek 1: Sonate Symfonie en Soloconcert
open.spotify.com/playlist/26N8Gkf…e69277feb39d4e1c
Belangrijke muziektermen:
Sonate: een sonate is opgebouwd uit drie of vier zelfstandige stukken die samen een geheel vormen. Het eerste deel is vaak snel en kan voorafgegaan worden door een langzame inleiding. Het tweede deel is langzaam, het derde deel is vaak een menuet, dat is een dansvorm en het vierde deel is weer snel en heeft vaak een vrolijk karakter.
Sonate vorm, ook wel hoofdvorm genoemd. Het stuk begint met een eerste thema, dan een paar overgangsmaten, een tweede thema en een afsluiting. Dit geheel wordt herhaald. Dan volgt de Doorwerking waarin de componist fragmenten van de thema’s verder uitwerkt, totdat het eerste thema weer klinkt (we zijn weer thuis!). Daarna volgt een afsluiting.
Deze vorm wordt gebruikt in de sonate maar ook in veel andere werken vanaf de Klassieke periode, zoals in de symfonie of het strijkkwartet.
Tempoaanduidingen in de muziek: hier worden Italiaanse termen voor gebruikt en de componisten noteren die bij het muziekstuk. Allegro betekent snel, Adagio is langzaam en Largo is nog langzamer. Dit zijn een paar voorbeelden want er zijn er veel meer.
Albertijnse bas: een gebroken drieklank die steeds wordt herhaald in de begeleiding onder een melodie, een typische vorm die met name Mozart veel gebruikt in zijn pianosonates.
Köchels Verzeignis, afgekort tot KV: de catalogusnummers van alle muziek van Mozart.
Symfonie: werk voor orkest dat ontstaat vanuit het concerto grosso. De symfonie bestaat net zoals de sonate uit 3 of 4 delen, allemaal anders van tempo en sfeer.
SPOT Klassiek Discover the Classics - Barok 2: Engeland en Duitsland
In deze aflevering over de Barok die loopt van 1600 tot 1750 besteden we aandacht aan Engeland en Duitsland. We horen de Engelse ground, de Engelse koormuziek, muziek van Händel, Purcell en Dowland. De versie van Christia Pluhar van de Arrival of the Queen of Sheba van Händel. We gaan naar Duitsland waar we kennis maken met Buxtehude, Schütz, Pachelbel, Telemann en natuurlijk J.S. Bach, de keizer van de klassieke muziek. Je leert het verschil tussen majeur en mineur en je luistert naar twee verschillende versies van het begin van de Matthäus Passion van Bach.
Je hoort muziek van Byrd, Purcell, Dowland, Händel, Pluhar, Buxtehude, Schütz, Pachelbel, Telemann en J.S. Bach.
Playlist: SPOT Klassiek / Discover the Classics – Barok 2: Engeland en Duitsland
open.spotify.com/playlist/1XZXLFL…f5e2c6cdd5c54a0a
Belangrijke muziektermen:
Ground: De bas wordt herhaald en de stemmen daarboven improviseren op de melodie. Een vorm die wordt gebruikt in Engeland. In Frankrijk heet het chaconne
Anthem: een lofzang voor God, gebruikt in Engeland
Consort: een groepje van dezelfde instrumenten, bijvoorbeeld luiten (voorloper van de gitaar), blokfluiten of gamba’s (voorloper van de cello)
Oratorium: het oratorium is een compositie voor koor en solisten, begeleid door een orgel of een orkest. Het gaat net zoals in de opera om een verhaal, meestal gebaseerd op de Bijbel.
In tegenstelling tot de opera wordt er niet geacteerd en er zijn geen decors.
Passagaglia: een passagaglia is een stuk in driekwarts maat met een vaste baslijn die alsmaar wordt herhaald, net zoals bij de chaconne en de ground. Daarboven hoor je verschillende melodieën tegelijk die door elkaar heen lopen, de typisch polyphone vorm.
Canon: Een canon is een stuk in vierkwartsmaat waarbij de melodiestemmen na elkaar hetzelfde thema spelen.
Majeur: staat voor vrolijk. In plaats van majeur wordt ook de term ‘groot’ gebruikt, of afgekort met de letters gr.
Mineur: staat voor droevig of weemoedig. In plaats van mineur wordt ook de term ‘klein’ gebruikt, of afgekort met de letters kl.
Collegium Musicum: een groep semi-professionals, oorspronkelijk opgericht door Telemann om zijn muziek uit te voeren.
Cantate: een klein oratorium, met een klein orkest, solisten, koor en een verteller.
Uitvoeringspraktijk: de wijze waarop een muziekstuk gespeeld wordt. In de authentieke uitvoeringspraktijk speelt men op oude instrumenten en in de moderne uitvoeringspraktijk op moderne instrumenten.
Toccata: speelstuk, vaak een inleiding voor een ander deel, bijvoorbeeld een fuga
SPOT Klassiek Discover the Classics - Barok 1: Italië en Frankrijk
Aflevering 1, Barok: Italië en Frankrijk
De serie Discover the Classics besteedt aandacht aan de verschillende periodes van de klassieke muziek en begint bij de periode van de Barok die loopt van 1600 tot 1750. In deze aflevering eerst een uitstapje naar het Gregoriaans, het begin van de klassieke muziek, en Hildegard von Bingen, om via de Renaissance echt te starten in Italië, het land waar de basis ligt van de Barokmuziek.
Monteverdi schrijft zijn opera Orfeo, we horen muziek voor castraten, we kijken naar vioolbouwers en luisteren naar verschillende vormen die in de Barok ontstaan, zoals de basso continuo, de chaconne en het concerto grosso.
Muziekvoorbeelden van de volgende componisten:
Gregoriaans, Hildegard von Bingen, Tallis, Purcell, Monteverdi, Bach, Corelli, Porpora, Vivaldi, Lully, Rameau, Couperin, Charpentier.
Playlist: SPOT Klassiek Discover the Classics - Barok 1: Italië en Frankrijk
open.spotify.com/playlist/0SqTawL…5ee422e08215493f
Belangrijke muziektermen:
Gregoriaans: de eenstemmige muziek die vanaf het jaar 600 door de monniken wordt gezongen in de kloosters om God te eren.
Eenstemmige muziek: muziek met één melodielijn, bijvoorbeeld het Gregoriaans
Polyphony of contrapunt, meerstemmigheid: muziek waarin verschillende melodielijnen tegelijkertijd worden gespeeld, gelijkwaardig aan elkaar en gebruikt volgens vaste regels.
Affektenleer: de leer waarin emoties op een bepaalde manier moeten worden vertaald in muziek. Verdriet is bijvoorbeeld een langzame dalende melodie en plezier is een snelle melodie, meestal met hoge tonen.
Fuga: een vorm waarin een thema volgens vaste regels in verschillende stemmen aan elkaar wordt doorgegeven en wordt herhaald.
Castraten: volwassen mannen die door een castratie op jonge leeftijd hun hoge jongensstem hebben behouden. Veelal virtuozen binnen de Italiaanse opera.
Bel canto: de virtuoze zangstijl in de Barok waarin vooral castraten technische hoogstandjes verrichten op het gebied van de zang
Basso continuo: Hierbij wordt een solomelodie begeleid door een uitgeschreven baslijn die onder de melodie doorloopt. Deze bas wordt gespeeld op een klavecimbel, samen met de luit of de gamba, de voorloper van de cello. De klavecimbelspeler improviseert tijdens het spelen van de baslijn de tussenliggende akkoorden volgens de uitgeschreven aanwijzingen van de componist.
Chaccone of caccia (in Italië): in deze vorm hoor je een bas die steeds hetzelfde fragment speelt met daarboven een melodie waarin de speler vrij is om te improviseren.
Concerto grosso: Dit is de vorm waarbij een groepje solisten samenspeelt met een grotere groep die de begeleiding vormt. Uit het concerto grosso ontstaat in de periode van de Klassieken de symfonie en het soloconcert voor één instrument en orkest.
Suite: De suite wordt gevormd door een aantal verschillende dansvormen die samen één geheel vormen. In de Barok vooral veel gebruikt in Frankrijk. Mogelijke dansen zijn het menuet, de sarabande, de bourree, de gigue.